Ak Hoofdstuk 1 Zuid Afrika

Het gescheiden wonen en leven van mensen op basis van hun huidskleur.

Woongebied voor de zwarte bevolking in Zuid-Afrika (tijdens de apartheid)

Een niet blanke woonwijk in Zuid-Afrika.

Scheiding

Stroming van zeewater die ontstaat doordat de wind langdurig uit 1 richting waait.

Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.

De kant van een berg die uit de wind ligt ; er valt wijnig neerslag

De windkant van een gebergte met veel neerslag

De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht wijnig of geen neerslag brengt.

Gebied in een ander werelddeel dat in het bezit is van (meestal) een Europees land.

Het zelfstandig worden van koloniën.

Kolonie die door Europeanen werd gebruikt om er zelf voordeel van te hebben.

Landbouwonderneming waar op grote schaal één bepaald gewas word verbouwd (monocultuur).

Overzees gebiedsdeel waar Europeanen zich blijvend gingen vestigen.

het apart wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken in bepaalde wijken.

Wijk waar de bewoners zelf illegaal (=onwettig) woningen hebben gebouwd.

Samengaan van verschillende groepen in een samenleving.

het samenleven van mensen uit verschillende culturen

Een groep mensen met een andere cultuur dan die van andere bevolkingsgroepen in een land.

Wijk met veel bewoners uit één bepaalde etnische groep.

Het achterstelling van mensen, omdat ze bijvoorbeeld een andere godsdienst of huidskleur of andere gewoonten hebben.

Als mensen uit verschillende bevolkingsgroepen weinig contact met elkaar hebben.

Iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven (voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg).

Het percentage van de bevolking ouder dan 15 jaar dat niet kan lezen of schrijven.

Het aantal artsen per duizend inwoners.

Het aantal kinderen dat in het eerste levensjaar sterft (per duizend levendgeborenen).

Honger waarbij de kwaliteit van de voeding niet goed is: eenzijdig voedsel (te wijnig eiwitten en vitaminen) heet ook ondervoeding.

Honger waarbij de kwantiteit (=hoeveelheid) niet goed is: te wijnig voedsel.

Verschillen in welvaart tussen verschillende groepen mensen in een gebied.

Productie voor eigen gebruik.

Productie voor de verkoop

Het verdelen van landbouwgronden.

Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied.

ongeschoold, slechtbetaald werk in de diensten sector heet ook wel informele sector

Een soort rapportcijfer dat aangeeft hoe een land scoort op het BNP per inwoner, de levensverwachting en het analfabetisme. Afgekort: HDI. Heet ook wel index menselijke ontwikkeling, afgekort: IMO.

Het gemiddelde aantal te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd.

Economie met een modern, ontwikkeld deel en een traditioneel, achtergebleven deel.

Land dat nog niet echt ontwikkeld is, maar wel een snelle economische groei meemaakt.

Het percentage stedelingen in een land.

Migratie van het platteland naar de stad.

De snelheid waarmee de urbanisatiegraad toeneemt.

Kenmerk waarmee je de armoede of de rijkdom in een land kunt meten.

Arm land met een laag ontwikkelingspijl.

Rijk land met een hoog ontwikkelingspijl.

Het niveau van de rijkdom of armoede in een land