• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/26

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

26 Cards in this Set

  • Front
  • Back

proteinen van het divisome en hun functie

Fts Z: GTPase, houdvast voor andere Fts proteins


Fts A: ATPase, verankerd samen met Zip A de FtsZ-ring aan de celmebraan


Fts N: functie onbekend


Fts I: peptidoglycaansynthese, bindt/ gevoelig voor penicilline


FtsW: bindt Fts L


Fts K: KromosoomseKregatie


Fts Q: functie onbekend Fts B: functie onbekend


Fts L: functie onbekend



eiwitten I W K Q B L behoren tot het peptidoglycaan synthese complex

onderdelen divisome met onbekende functie

Fts N, Q, B, L

vorming Fts Z ring

- regie door Min eiwitten


- globale functie Min eiwitten


- verhinderen vorming Fts Z ring voordat chromosoom duplicatie voltooid is


- localisatie fts Z ring in het midden van de cel


specifieke functie Min eiwitten

Min C: inhibits Fts Z


Min CD --> celpolen


Min E: midden van de cel = Fts Z ring kan alleen in het midden van de cel ontstaan, inhibits Min CD

functie-homologe eiwitten


procaryoten eukaryoten

prokaryo eukaryo



celdeling Fts Z Tubulin microtub


celdeling Fts A Actin cytoskelet


celmorfologie MreB Actin cyotskelet


celmorfologie Crescentin Keratin cytoskelet

MreB

1 homoloog voor actine


2 spiraalvormig cytoskelet


3 dynamisch


4 peptidoglycaansynthese recruitment


5 chromosoomsegregatie


6 staafvormige MO's, niet in cocci

Crescentin

- homoloog tot intermediairfilament (keratine)


- vibrio vorm


- aan gebogen (binnen)kant van de cel


- in addition to MreB in bepaald MO

steps of celwand synthese

1. autolysines


2. overdracht G-M precursors doo bactoprenol


3. inbregnen G-M precursors door glycosidic bond formation --> peptidoglycaan mbv glycolases


4. transpeptidation: cross-links tussen peptide ketens mbv transpeptidases


glycosidic bond formation tussen M en G subunits celwand synthese

1. bactoprenol bind G-M-pentapeptide


2. bactoprenol brengt G-M over celmembraan naar preiplasma


3. interactie met glycolases: precursor via glycosidic-bond-formation in peptidoglycaan


peptide cross link formation tijdens celwandsynthese

= transpeptidation, laatste stap van de celwandsynthese



- cross-link muramic acids aangrensende ketens


- afsplitsing een D-alanine van de twee die aan G-M-precursor hangen: levert energie op voor transpeptidation


- gevoelig voor penicilline

berekenen exponentiele celgroei

N = N0 x 2 hoch n



N aantal cellen na exp. groei


N0 aantal cellen tijdstip 0


n aantal generatietijden

wat betekent exponentiele groei

vedubbeling aantal en gewicht cellen met een constant tijdsinterval

generatietijd

verdubbeling aantal cellen en massa



g = t/n



t tijdsduur exponentiele groei

delingsnelheid

v = 1/g [1/h]

definitie



batch cultuur


continue cultuur

batch cultuur: cellen in gesloten systeem met bepaald volume


(--> 4 fases groei)



continue cultuur: cellen in open systeem met bepaald volume (chemostaat)



open = medium wordt continu ververst

4 fases groei in een Batch cultuur

1. Lag phase


2. Exponential phase


3. Stationary phase


4. Death phase


continue cultuur

constant in chemostaat:


- volume


- aantal cellen


- nutrienten


- snelheid medium in/uit = dilution rate



beinvloeden groeisnelheid in chemostaat



beinvloeden groeisnelheid: dilution rate



lage dilution rate -> lage groeisnelheid


(gevaar: verhongeren)


hoge dilution rate -> groeisnelheid verandert niet meer (gevaar uitspoelen)



beinvloeden groeiopbrenges in chemostaat

beinvloeden groeiopbrengst (cellen/ml): concentratie limiterend nutrient



limiterende nutrient neemt toe -> groeiopbrengst neemt toe



(bekijk plaatjes)

voor- en nadelen microscopische celtelling

voordeel: snel en gemakkelijk


nadelen:


1 speciale kleuring nodig dood/levend?


2 zichbaarheid kleine of ongekleurde cellen


3 precisie moeilijk haalbaar


4 monster moet soms eerst geconcentr.worden


5 immobilisatie beweeglijke cellen


6 kleine deeltjes = cellen?

manieren hoeveelheid cellen bepalen

I. Microscopische celtelling


II. Viable cell counts


III. optische dichtheid

great plate count anomaly

in plate count vaak minder cellen dan in microscopische celdeling



- levend/dood


- verschillende groeicondities nodig


- somst ontstaat een kolonie uit meer dan 1 cel

moleculaire aanpassingen aan kou

- cold active enzymes


- meer flexibiliteit door aangepaste eiwitvouwing (meer ahelices) en minder zwakke verbindingen


- celmembraan: meer onverzadigde vetzuren


--> vloeibaar



- cold shock eiwitten helpen eiwitten+translatie


- cryoprotectanten verhinderen kristalisatie

moleculaire aanpassingen aan hitte

- heat stable enzymes


- meer stabiliteit door aangepaste eiwitvouwing en meer zwakke verbindingen


- celmembraan: minder onverzadigde vetzuren


--> stabiel

pH en microbiele groei

groei optima:


acidofiel < 5.5 meeste MO


neutrofiel 6-8 kritieke punt: stabiele CM


alkalifiel > 8 kritieke punt: PMF


sommigen Na+-motive force



pH in batch culture: constant houden pH mbv buffer, specifieke buffer voor elke pH

toxische vormen zuurstof ontstaan tijdens reductie O2 naar H2O

O2- hyperoxide


H2O2 hydrogen peroxide


OH. hydroxyl radical



Cellen beschermen zich tegen deze toxische vormen mbv pigmenten/enzymen. Deze maken de stoffen minder/niet toxisch.