• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/10

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

10 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Titel: Nyugat
Instantie: HR
Datum: 06-03-1959
Vindplaats: NJ 1962, 2
Rechtsvraag

Essentie

De HR werd hier gevraagd internationaal gewoonterecht toe te passen. Bij dit arrest interpreteerde de HR a contrario: omdat de Gw het monistisch stelsel alleen voor verdragen en besluiten van internationale organisaties vermeldt, geldt het niet voor internationaal gewoonterecht.
Titel : Meerenberg
Instantie : HR
Datum : 13-01-1879
Vindplaats: W 4330
Casus

Meerenberg (krankzinnigengesticht) werd vervolgd ter zake van overtreding van een KB dat niet strekt ter uitvoering van eener wet, noch tot regeling van een onderwerp, welks regeling bij de Grondwet aan den Koning is opgedragen. En dus kan overtreding van de bepalingen niet geacht worden bij de Blanketwet strafbaar te zijn gesteld.

Rechtsvraag

Essentie

De Grondwet onderscheidt nauwkeurig het aan de koning en aan de wetgever toekomende gezag. Weliswaar is er geen bepaling die voorschrijft dat AmvB’s, door de koning te nemen, op de Grondwet of op een wet moeten berusten, of daarvan een uitvloeisel zijn, maar daaruit volgt niet dat de koning in het algemeen de bevoegdheid zou hebben tot het uitvaardigen van dergelijke maatregelen, ook wanneer die niet steunen op een wet of daarvan uitvloeisel zijn. Het gaat niet om de vraag of die bevoegdheid aan de koning is ontzegd, maar of die is toegekend hetzij direct, hetzij door delegatie.



Noot:

Sinds 1887 heeft de Grondwetgever dit arrest teruggedraaid: art. 89 lid 1 en lid 2 Grondwet: de regering heeft uitdrukkelijke bevoegdheid om (zelfstandige) AMvB’s vast te stellen, maar door straffen te handhaven voorschriften mogen slechts voorkomen, indien zij op de wet berusten.
Buiten kijf stond dat de Kroon jegens burgers werkende voorschriften mocht vaststellen wanneer de wet deze bevoegdheid aan haar delegeerde of wanneer een specifieke grondwetsbepaling deze bevoegdheid aan haar attribueerde. Twistpunt waren de zgn. zelfstandige AmvB’s , die niet steunde op delegatie door de wet of attributie door de Grondwet. HR laat in dit arrest nog slechts ruimte voor onzelfstandige AmvB’s en AmvB’s die strekken tot uitvoering van de wet.
Titel: Waterpakt
Instantie: HR
Datum: 21-03-2003
Vindtplaats: NJ 2003, 691
De rechter mag aan de Staat geen bevel geven om wetgeving in formele zin tot stand te brengen. Dit is niet anders in het geval het met deze wetgeving te bereiken resultaat en de termijn waarbinnen het resultaat moet bereikt, vastliggen op grond van een Europese richtlijn.
Mogen wetten in formele zin door de rechter getoetst worden aan de Grondwet?
Nee.
GW 120
Waterpakt
Mogen wetten in formele zin door de rechter getoetst worden aan de fundamentele rechtsbeginselen?
Nee.
Harmonisatiearrest, HR 14-04-1989
Mag de rechter de geldigheid van de wet in het licht van de totstandskomingsprocedure beoordelen?
Nee.
Arrest Prof. Van den Berg, HR 27-01-1961
Treedt de rechter in beoordeling van de rechtmatigheid van overheidshandelen in de procedure die tot wetgeving leidt?
Nee.
arrest Tegelen, HR 19-11-1999
Wanneer dient de rechter de nationale wettelijke regeling, ook een wet in formele zin buiten toepassing te laten?
Als deze toepassing in strijd is met een een ieder verbindende bepaling van een verdrag (art 94Gw).

Ook heeft EG-recht voorrang boven nationale Wetgeving (Costa/ENEL, HvJEG 15-06-1964)
Titel: Strijd in Afghanistan
Instantie: HR
Datum: 6 feb 2004
Vindplaats: NJ 2004, 329
Het beleid van de Staat op het gebied van buitenlandse politiek en defensie hangt in sterke mate af van politieke afwegingen in verband met de omstandigheden van het geval. Het is niet aan de burgerlijke rechter om deze politieke afwegingen te maken en op verlangen van een burger de Staat bepaalde handelingen ter uitvoering van politieke besluitvorming op het gebied van buitenlands beleid of defensie te verbieden of hem te gelasten op dit gebied een bepaalde gedragslijn te volgen.
Is de rechter bevoegd om kennis te nemen van geschillen waarin de rechtmatigheid van een bepaald overheidsoptreden betwist wordt?
Ja
HR 31-12-1915, Guldemond/Noordwijkerhout
HR 9-11-1973, Limmen/Houtkoop

Dit geldt ook voor rechts- en feitelijke handelingen op het terrein van buitenlandse politiek en defensie. Zo achtte de Hoge raad in het befaamde kruisraketten-arrest van 10 nov 1989