Hoofdstuk 5

Het deel van een praktijkonderzoek waarin je een planning maakt van je onderzoeksactiviteiten, op basis waarvan je data gaat verzamelen en analyseren om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden.

Informatie (gegevens) van en over personen, dieren, voorwerpen, teksten, gebeurtenissen, situaties enz.

Manieren waarop je informatie (gegevens) kunt verzamelen.

Onderzoek waarbij je gebruikt maakt van gestandaardiseerde procedures voor het verzamelen van gegevens om (vaak) grote groepen respondenten te kunnen bereiken. Je bent dan vooral geïnteresseerd in de frequentie en de mate waarin iets voorkomt.

Onderzoek waarbij je meer gedetailleerde informatie wilt verkrijgen van individuele deelnemers en gebruik maakt van dataverzamelingsmethoden met een open karakter. Je bent dan vooral geïnteresseerd in betekenisgeving.

Kwantitatieve data die voortkomen uit dataverzamelingsmethoden met een gesloten karakter, die je eenvoudig kunt omzetten naar getallen.

Kwalitatieve data die voortkomen uit dataverzamelingsmethoden met een open karakter, die je niet eenvoudig kunt omzetten in getallen. Hiervoor zal er eerst een ordening in de data moeten worden aangebracht.

Een methode van dataverzameling waarbij je publieke en/of interne tekstbronnen doelgericht leest en tekstfragmenten selecteert.

Een specifieke vorm van tekstbronnen bestuderen, waarbij je verschillende wetenschappelijke bronnen vergelijkt.

Een directe methode van dataverzameling waarbij je een situatie of gebeurtenis doelbewust bekijkt.

Een directe methode van dataverzameling waarbij je aan de hand van vragen vanuit het gezichtspunt van een persoon informatie inwint.

Een methode van dataverzameling waarbij je nagaat welke kennis, vaardigheden en/of attitudes respondenten bezitten.

Een methode van dataverzameling waarbij je data verzamelt aan de hand van een groepsgesprek.

Een methode van dataverzameling waarbij je andere beroepspraktijken aan den lijve ervaart door deze te bestuderen, te observeren en/of te bevragen.

Dataverzamelingsmethoden waarbij je respondenten op een actieve, authentieke, en/of persoonsgerichte wijze benadert en eventueel gebruikmaakt van visuele of dramatische aanbiedingsvormen.

Een specifieke vorm van dataverzamelingsmethoden waarbij je gebruikmaakt van meetinstrumenten die ingezet worden voor een diagnose, prognose of een evaluatie van een behandeling.

Dit zijn de bronnen waaraan je in het kader van je praktijkonderzoek je data ontleent.

Personen die fungeren als databron tijdens je praktijkonderzoek.

De groep mensen over wie je uitspraken wilt doen in het kader van je praktijkonderzoek.

De respondenten die deelgenomen hebben aan je praktijkonderzoek en over wie je in je onderzoek uitspraken doet.

Een kleine groep eenheden die gekozen of geselecteerd is uit een grote groep.

Een groep die de onderzoekspopulatie vormt en zoveel mogelijk overeenkomstige kenmerken heeft met de totale populatie.

Een selectiemethode waarbij je op basis van toeval eenheden uit een populatie selecteert.

Een vorm van selecte steekproeftrekking waarbij je respondenten selecteert die eenvoudig te benaderen zijn of bekend zijn bij de onderzoeker.

Een vorm van selecte steekproeftrekking waarbij je iedere respondent vraagt namen te noemen van anderen die ook kunnen optreden als respondent.

Een vorm van selecte steekproeftrekking waarbij je respondenten selecteert op basis van de invalshoeken van waaruit het onderwerp bekeken kan worden en de belangen die meespelen.

Een vorm van selecte steekproeftrekking waarbij je respondenten selecteert die een grote groep zouden kunnen vertegenwoordigen en over het onderwerp kunnen meepraten.

Een doordachte aanpak waarbij je beoogde respondenten stimuleert om deel te nemen aan het onderzoek.

Alle activiteiten die je onderneemt in het kader van het verzamelen van data, het analyseren van data, het ontwerpen, het rapporteren en presenteren.

Een overzicht waarmee je laat zien welke onderzoeksactiviteiten je in welke volgorde wilt uitvoeren.

De organisatorische kaders van je praktijkonderzoek.

Een samenvatting van de opbrengsten van de kernactiviteiten oriënteren, richten en plannen uit de onderzoekscyclus die jou en anderen zicht geeft in wat je van plan bent te gaan uitvoeren, waarom je het zo wilt gaan doen en wat het moet opleveren.