• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/30

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

30 Cards in this Set

  • Front
  • Back

De student kan de begrippen “tangentieel vlak”, “normaal”, “capsulair patroon”, “closed packposition” en “maximal loose packed position” beschrijven.

De student kan de convex-concaaf regel uitleggen.

De convex-concaafregel:




· Bij hoeksverandering van convex (=rollen) vindt translatie plaats in de tegenovergestelde richting (=schuif). Dit noemt men ook wel de rol-schuifbeweging.




· Bij hoeksverandering van concaaf (=schommelen) vindt translatie plaats in dezelfde richting (=glij). Dit noemt men ook wel de schommel-glij beweging.

a. Kop


b. Kom


c. Capsulair patroon


d. Richting normaal/tractierichting


e. Ligamenten en remmingen van deze ligamenten




SC-gewricht



a. Kop


b. Kom


c. Capsulair patroon


d. Richting normaal/ tractierichting


e. Ligamenten en remmingen van deze ligamenten




AC-gewricht

a. Kop


b. Kom


c. Capsulair patroon


d. Richting normaal/ tractierichting


e. Ligamenten en remmingen van deze ligamenten




Art. humeri

Translatierichtingen art. humeri

Beweging maken (caput humeri)


- Abductie: caudaal, (iets lateraal en ventraal).


- Adductie: craniaal, (iets mediaal en dorsaal).


- Endorotatie: dorsaal - iets lateraal (dorsolateraal).




- Exorotatie: ventraal - iets mediaal (ventromediaal).

Translatierichtingen SC gewricht

- Elevatie: Caudaal, iets lateraal.


- Depressie: Craniaal, iets mediaal.


- Protractie: Ventraal.


- Retractie: Protractie.

Translatierichtingen AC gewricht

- Protractie: Ventraal – lateraal (ventrolateraal).


- Retractie: Dorsaal – mediaal(dorsolateraal).

De student kan het volgende van het art. humeri beschrijven:




a. De verschillende bewegingsmogelijkheden in het gewricht


b. CPP


c. MLPP


d. Richting normaal/tractierichting


e. ROM’s van de verschillende bewegingen in het gewricht


f. Translatierichtingen bij de verschillende bewegingen

ROM:

ROM:

SC-gewricht




a. De verschillende bewegingsmogelijkheden in het gewricht


b. CPP


c. MLPP


d. Richting normaal/ tractierichting


e. ROM’s van de verschillende bewegingen in het gewricht


f. Translatierichtingen bij de verschillende bewegingen

ROM

ROM

Van het AC-gewricht de volgende waarden benoemen (wanneer van toepassing).




a. De verschillende bewegingsmogelijkheden in het gewricht


b. CPP


c. MLPP


d. Richting normaal/ tractierichting


e. ROM’s van de verschillende bewegingen in het gewricht


f. Translatierichtingen bij de verschillende bewegingen

De student kan het verschil tussen primair en secundair impingement aangeven

De student herkent de symptomatologie van een schouderimpingement

Symptomen:


· Pijn(anterolateraal).


· Bovenhandse bewegingen.


· ’s nachts pijn.


· Painful arc.


· Pijn weerstand exorotatie / abductie.




Overige symptomen afhankelijk van oorzaak (bijv. pijn in bicepsgroeve, tipping scapula, instabiliteit, mobiliteitsbeperking etc.)

De student kan de beslisboom schouderimpingement van A. Cools in eigen woorden vertellen


De student kan de testen behorend bij de beslisboom van A. Cools te selecteren

De student kan verschillende pathologieën benoemen die de oorzaak kunnen zijn van impingementklachten

De student kan uitleggen wat impingement is.

Een impingement is eeninklemming van weke delen. Onder weke delen worden zowel pezen als de bursasubacromialis bedoeld. 
De pezen die ingeklemd kunnen zitten zijn m.supraspinatus, m. infraspinatus, m. subscapularis en/of de m. biceps (caputlongum)...

Een impingement is een inklemming van weke delen. Met weke delen worden zowel pezen als de bursa subacromialis bedoeld.


De pezen die ingeklemd kunnen zitten zijn m.supraspinatus, m. infraspinatus, m. subscapularis en/of de m. biceps (caputlongum).




Impingement is onder te verdelen op basis van locatie van inklemming.

De student kent de etiologie van schouderimpingement

De klachten ontstaan door inklemming van weke delen (impingement). Hierin kun je een onderscheid maken in een primaire en een secundaire ontstaanswijze.

De student kan uitleggen welke bindweefselstructuren betrokken zijn bij een impingement

De student kan de fysiologische herstelprocessen beschrijven na een bindweefseltrauma

De student kan uitleggen wat bedoeld wordt met frozen shoulder

Synoniem frozen shoulder: capsulitis adhaesiva.




Dit is een ontsteking van het gewrichtskapsel van de schouder. Hierdoor kan er een verdikking en verkleving van het gewrichtskapsel optreden, wat tot flink pijnlijke en langdurige klachten kan leiden.


Door de verklevingen en verdikkingen in het gewrichtskapsel worden de bewegingen pijnlijk en stijf.




Wanneer de ontsteking spontaan ontstaat noemt men dit een ‘primaire frozen shoulder’. Bij een trauma spreken we van een ‘secundaire frozen shoulder’.

De student kan uitleggen welke bindweefselstructuren betrokken zijn bij een frozen shoulder

....

De student kan de opbouw, functie en werking van het kapsel beschrijven

Kapsel bestaat uit twee lagen:




– Membrana synovialis: opschonen en aanmaak van synovia.


Intima(endotheel) (aan de binnenkant van membrana synovialis, houdt organen en andere substanties buiten)


Subintima (losmazig bindweefsel)




– Membrana fibrosis: zorgt meer voor kracht Straf onregelmatig bindweefsel = dun, plooibaar en elastisch




Functies kapsel:


– Productie synovia


– Stabiliteit gewricht


– Propriosensoriek


– Afsluting gewrichtsholte

De student kan de stadia van Frozen Shoulder beschrijven

Er zijn 3 verschillende stadia van frozen shoulder. Deze zijn als volgt:


1. Freezing (2-9maanden):Pijn+ start ROM afname.




2. Frozen (4-12maanden):ROM beperkt + pijn neemt af.




3. Thawing (5-26maanden): ROM neemt toe.

De student kan verschillende herstelstadia van een AC-luxatie benoemen.

Herstelstadia???

De student kan beschrijven welke bindweefselstructuren betrokken zijn bij een AC-luxatie

De betrokken ligamenten???

De student kan opbouw, functie en werking van ligamenten beschrijven

De vezelversterkte ligamentdelen van gewrichtsbindweefsel bestaan voor het grootste gedeelte uit collagene vezels en vertonen door hun treksterkte overeenkomst met de spierpezen. Het collageengehalte van ligamenten is 70-80% van het droge gewicht en ze bevatten 3-5% elastine. Zowel pezen als ligamenten zijn gebouwd om trekkrachten zonder noemenswaardige verlenging te weerstaan en de collagene vezels liggen dan ook veel meer parallel georiënteerd dan in het bindweefsel van kraakbeen of de huid.

Straf-regelmatig bindweefsel

De student kan het verband beschrijven tussen glenohumerale instabiliteit en schouderluxatie

Wanneer je glenohumerale instabiliteit hebt, zullen de structuren rondom het GH-gewricht minder goed een klap kunnen opvangen, of abnormale bewegingen kunnen reguleren waardoor de kop sneller uit de kom zal schieten.




Wanneer je een luxatie gehad hebt, zijn ligamenten, kapsel en spieren uitgerekt of evt. gescheurd. De kop zal minder goed op de plaats gehouden worden en dit zorgt voor instabiliteit.

Verschillende stadia AC-luxatie

Tossy:




Type 1: Gedeeltelijke beschadiging van het ligament (lig.acromioclaviculare) zonder verplaatsing van het AC-gewricht. De coracoclaviculaire ligamenten zijn intact. Dit is de meest frequente vorm vanAC-luxatie




Type 2: Complete scheur van het lig. acromioclaviculare met lichte verplaatsing van het AC-gewricht. De coraco claviculaire ligamenten zijn intact.




Type 3: Complete scheur van zowel het lig. acromioclaviculare als de coraco claviculaire ligamenten waardoor duidelijk een luxatie van het AC-gewricht en zwelling op de schoudertop te zijn is bij het lichamelijk onderzoek




ROCKWOOD




Rockwood 4: Luxatie naar posterieur (=naar achteren)door de m. trapezius. ‘’Ruptuuracromio-claviculaire ligament. Ruptuur coraco-claviculaire ligament. Dorsaleluxatie clavicula die kan blijven steken in m. trapezius. Veel pijn!’’




Rockwood 5: Luxatie met scheuren van m. deltoideus en m.trapezius.‘’Beide ligamenten gescheurd. Afscheuring aanhechtingen m. trapezius en/of m. deltoïdeus. Luxatie naar boven meer dan 2,5cm’’.




Rockwood 6: Inferieure luxatie (zeer zeldzaam). ‘’Beide ligamenten gescheurd. Afscheuring van despieren. Luxatie naar beneden tot posterior van de pezen van de m.coracobrachialis. Zeldzaam!’’

Beschrijf de stadia van een tendinopathie.

Stadium 1: Lichte pijn na inspanning die gewoonlijk na enkele uren weer verdwijnt


Stadium 2: Matige pijn aan het begin van de inspanning en daarna. Klachten blijven ook langer aanwezig.


Stadium 3: Pijn aan het begin van de inspanning die wel minder wordt tijdens de inspanning, maar niet helemaal verdwijnt. Na sporten kan de pijn dagen aanhouden.


Stadium 4: Pijn die tijdens inspanning optreedt, is zo ernstig dat de sport-/werkprestatie er onder te lijden heeft


Stadium 5: Blijvend aanwezige pijn, ook in rust.


Stadium 6: Ruptuur, dit stadium is arbitrair doordat vaak een peesruptuur optreedt zonder eraan voorafgaande klachten