Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
30 Cards in this Set
- Front
- Back
Monistische theorieen |
Er zijn één soort van dingen in de wereld -> Gaan ervan uit dat de wereld bestaat uit slechts één soort materie (lichaam of geest)
|
|
Dualistische theorieen |
Er zijn twee soorten dingen -> Gaan ervan uit dat de wereld bestaat uit twee dingen (ichaam en geest) |
|
Mentalisten/idealisten |
Subgroep van monistische theorieen: alles bestaat uit de geest -> we hebben alleen ideeen en percepties van een potlood, we weten niet of hij echt bestaat |
|
Materialisten |
Zijn ook monisten. Zij geloven dat er alleen maar materie bestaat - alles bestaat uit een lichaam (materie) zonder onafhankelijke geesten. Hersenen = geest |
|
Identiteitstherie |
Mentale ervaringen zijn hetzelfde als lichamelijke ervaringen |
|
Functionalisme |
Mentale ervaringen zijn hetzelfde als functionele ervaringen |
|
Epifenomenalisme |
Geest is een niet-fysieke bijwerking van het lichaam -> gaat ervan uit dat lichamelijke processen mentale gebeurtenissen veroorzaken, maar dat mentale gebeurtenissen geen effect hebben op lichamelijke gebeurtenissen. -> kritiek: Als het bewustzijn nergens effect op heeft, dan zouden we er ook nooit over kunnen spreken |
|
Conscious automata |
Begrip van Huxley -> Mensen en dieren hebben met hun mentale ervaringen geen invloed op hun lichaam -> Behaviorisme is hierop gebaseerd |
|
Neutraal monisme |
Stelt dat de wereld bestaat uit verschillende zintuiglijke waarnemingen. De wereld bestaat uit enkel materie, maar deze is noch fysiek, noch mentaal. het verstand wordt niet gereduceerd tot materie, maar materie bestaat op zichzelf wel. Er wordt uitgegaan van een samenspel van het verstand en de hersenen. |
|
Panpsychisme |
Stelt dat alle materiele dingen in het universum een (primitief) bewustzijn of mentale eigenschappen bezitten -> Datgene dat de materie vormgeeft of samenstelt heeft een soort bewustzijn 1. Alles in het universum heeft een bewustzijn (steen heeft gevoel) 2. Alles is van mentale aard, of dit nou bewust of onbewust is |
|
Dualisme |
Combinatie van materie (het lichaam) en geest |
|
Substantie-dualisme |
Houdt zich bezig met de vraag hoe het lichaam en het verstand interactie hebben, terwijl het om twee verschillende substanties gaat. Het verstand zou dus invloed hebben op het lichaam, maar ook omgekeerd! |
|
Kenmerk-dualisme |
Stelt dat hetzelfde ding (bijvoorbeeld een mens) beschreven kan worden door middel vna mentale termen of lichamelijke termen, maar dat de ene beschrijving niet gereduceerd kan worden tot de ander. Als je bijv pijn hebt, kan dit in mentale of lichamelijke termen beschreven worden. |
|
De stroom van bewustzijn |
Begrip van James -> Gebruikt hij om te beschrijven dat gedachten, ideeen, beelden en gevoelens als het ware altijd door ons hoofd 'stromen' |
|
Psychofysica |
Houdt zich bezig met de relatie tussen concrete stimuli en individuele ervaringen. Lichaam oefent invloed uit op geest en niet omgekeerd |
|
Id |
Biologische verlangens en behoeften |
|
Ego |
Allerlei verdedingingsmechanismen |
|
Superego |
Alle onacceptabele verlangens en behoeften onderdrukt die volgens Freud tot uiting zouden komen in dromen |
|
Cognitief onderbewuste |
Dit onderbewuste is in staat allerlei verschillende vormen van leren, denken en geheugen te manifesteren zonder bewustzijn -> nieuwe onderbewuste |
|
Fenomenologie |
Legt de nadruk op subjectieve ervaringen. |
|
Fenomenologische reductie / epoche |
Begrip van Husserl -> We weten pas hoe dingen in de wereld zijn als we gebruik maken van bewuste ervaringen. Hiervoor zou geen gebruik gemaakt moeten worden van wetenschappelijke benaderingen. |
|
Intentionaliteit |
Brentano: Stelde dat elke subjectieve ervaring over verwijzingen gaat en dat bewuste ervaringen over objecten of gebeurtenissen gaan
|
|
Introspectionisme |
Wundt als aanhanger -> op betrouwbare en precieze wijze de eigen innerlijke ervaringen beschrijven. Je moet hiervoor dus jezelf kunnen bestuderen. -> Geest is in staat lichaam te beinvloeden, niet omgekeerd. |
|
Klassieke conditionering |
Pavlov Hoe verhoogt herhaling de kans op het voorkomen van bepaalde gedragingen? |
|
Operante conditionering |
Skinner Straffen of beloning voor handelingen |
|
Cognitieve psychologie |
Houdt zich bezig met informatieverwerking en interne representaties -> cognitieve revolutie: geest wel, lichaam niet |
|
Het 'moeilijke probleem' |
Hoe kunnen fysieke processen in de hersenen subjectieve ervaringen veroorzaken? |
|
'Gemakkelijke problemen' |
Chalmer -> problemen die vatbaar zijn voor standaard methoden van de cognitieve wetenschap en opgelost zouden kunnen worden, bv door het betrekken van computer- of neurale mechanismen. |
|
Functionalisme |
Geest bestaat uit hersenen, en deze kan vervolgens weer functies van het lichaam aansturen => pijn: schade lichaam want geestelijke staat = fysieke staat |
|
Tegenwoordig: impliciete functionalistische theorieen |
Mentale staten identificeren op functionele rollen en niet op fenomenale kwaliteit => staten toeschrijven aan computers |