Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
15 Cards in this Set
- Front
- Back
Spotlight of attention |
Het gevoel dat ons bewustzijn ervoor zorgt dat sommige onderdelen van de wereld als het ware oplichten, terwijl dat niet geldt voor dingen waar we niet bewust naar kijken. -> Voelt alsof we onze aandacht ergens bewust op kunnen richten |
|
Inattentional blindness |
Er is geen bewuste perceptie dat kan bestaan zonder aandacht |
|
Oorzaaktheorie |
Als ergens aandacht aan besteed wordt, dan komt het terecht in het bewustzijn |
|
Gevolgtheorie |
Het bewustzijn leidt de aandachtsprocessen als het ware en dit is de grootste functie van het bewustzijn |
|
Retinocentric coordinates |
Proberen objecten stabiel te houden op de retina |
|
Craniocentric coordinates |
De wereld wordt als het ware stabiel gehouden in relatie tot de positie van het hoofd |
|
Covert attention scanning |
Het is mogelijk om naar het ene object te kijken, maar de aandacht ergens anders op te vestigen |
|
FEF's: frontal eye fields |
De superior colliculus en de frontale ooggebieden -> Verantwoordelijk voor het kijken naar een object en neuronen in de posterior partietal cortex zorgen ervoor dat aandacht verschoven kan worden |
|
Pop-out |
Als er tussen verschillende stimuli ee nstimuli tussen zit die anders is dan de rest, dan zal deze als het ware 'eruit poppen' en de aandacht trekken |
|
Half-second delay |
Libet: Er moet sprake zijn van ongeveer een halve seconde durende neurale activiteit om bewustzijn te veroorzaken |
|
Terugverwijzingshypothese (backwards referral hypothesis) |
Voorspelt dat stimulatie van de medial lemniscus terugverwezen moet worden. |
|
Theorie van psychoneurale identiteit |
Stelt dat het bewustzijn en de activiteit van neuronen dezelfde dingen zijn |
|
Subjective time displacement |
Wundt: Houdt in dat wanneer je deelnemers vraagt om de relatieve timing van auditieve of visuele stimuli vast te stellen, dat mensen fouten maken bij het vaststellen van welke gebeurtenis als eerste gebeurd is. |
|
Phi-fenomeen |
Als twee flitsen (in verschillende posities) heel kort na elkaar worden laten zien, dan heeft de observeerder het gevoel dat er sprake is van één licht dat beweegt. Hij of zij ziet dus niet twee aparte flitsen. Hier is het ook zo dat de kleur van de flits van rood naar groep verandert nog voordat de tweede flits wordt laten zien. Iemand die dit observeert ziet echter alleen maar één bewegend lichtpunt dat van rood naar groep verandert. |
|
Cutaneous rabbit |
Als je een aantal keer op je pols, daarna op je elleboog en tot slot op je bovenarm wordt aangeraakt dan voelen die aanrakingen niet als afzonderlijk, maar als een geheel. Het voelt dan alsof er iets van onder tot boven aan de arm 'klimt' |